Tularemie
Verwekker/klinisch beeld
Tularemie
Algemene informatie
Tularemie is een zoönose veroorzaakt door Francisella tularensis. Van dit micro-organisme zijn 4 subspecies bekend:
- tularensis, type A I en A II: komt voor in de VS en is geassocieerd met teken, type II ook met dazen en konijnen.
- holartica, type B: komt voor in Europa en de VS en is geassocieerd met hazen, insecten en besmet oppervlaktewater.
- mediasiatica: komt voor in centraal Azië, er zijn geen humane gevallen bekend.
Transmissie vindt plaats via direct contact (o.a. via villen, eten besmet vlees), via beten of steken en vanuit een besmet milieu (water, grond).
Na een gemiddelde incubatieperiode van 3-5 dg zijn er verschillende ziektebeelden mogelijk afhankelijk van de porte d’entree; in het merendeel van de gevallen ontstaat een ulceroglandulair beeld, soms is er alleen sprake van een regionale lymfklierzwelling zonder ulcus. Zeldzame beelden zijn een stomatitis en faryngitis, een ulceratieve enteritis en een atypische pneumonie. Alle vormen kunnen gecompliceerd worden door hematogene verspreiding met een secundaire pneumonie en/of sepsis.
Zie voor meer informatie de LCI-richtlijn Tularemie
Tularemie is een meldingsplichtige ziekte (groep C)
Diagnostiek
- PCR: eerste keus bij klinische verdenking.
- Serologie: in 1ste ziekteweek nog negatief. Hoge titers kunnen jarenlang persisteren. Kruisreactie met Brucella abortus is mogelijk.
- Kweek: uitsluitend in overleg met de arts-microbioloog zodat speciale veiligheidsmaatregelen genomen kunnen worden.
- Bloedkweek: minimaal 2 sets afnemen via verschillende venapuncties alvorens met antibiotica te starten.
Kweek uitsluitend in overleg met de arts-microbioloog zodat speciale veiligheidsmaatregelen genomen kunnen worden.
| afnamemateriaal | weefselbiopt, punctuaat, EDTA-bloed |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | 1 week |
| afnamemateriaal | stolbloed |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | extern laboratorium |
| duur onderzoek | 1 week |
| afnamemateriaal | pus, weefselbiopt |
| bewaarconditie na afname | koelkast (2-8 ºC) |
| inzetfrequentie | in overleg |
| duur onderzoek | 2 weken |
| opmerking | uitsluitend na overleg met arts-microbioloog |
| afnamemateriaal | bloedkweekflesje (minimaal 2 sets) |
| bewaarconditie na afname | kamertemperatuur |
| inzetfrequentie | dagelijks |
| duur onderzoek | 5 dagen |